september 2003
Copyright Francois Prick van Wely 2005Seite 1
De naam Prick komt niet uit het engels, wat niet wegneemt dat het, als Engels woord, wel degelijk het mannelijk lid betekent. Meerdere Prick's hebben hun familienaam om deze reden laten veranderen. Zoals de hoofdcommissaris van Nijmegen (geb. 1916), die vanwege zijn vaak voorkomende bezoeken in de Verenigde Staten zijn naam in Perrick heeft laten veranderen. Anderen sieren met deze naam hun rockband. Wie tegenwoordig op Internet het zoekwoord Prick opgeeft, krijgt voor het overgrote deel informatie over uitzonderlijke seks-praktijken en dergelijke. Wat is de betekenis van onze naam PRICK? Moet een naam een betekenis hebben als die naam vreemd, zeldzaam of niet meer bekend is? Dit is nu het geval met onze familienaam.
Voor de vroegst geschreven bronnen over de naam Prick zijn wij aangewezen op oorkonden en koop- of leenverdragen, die tot op de huidige dag bewaard gebleven zijn. Het is dan ook niet vreemd, dat velen van de eerst bekende Prick´s bezitters, rentmeesters of rechters waren, die in deze oorkonden genoemd worden. Zo volgde in 1400 Iwan Pricke een Bado Busse te Zyfflich op en ruilde met hem zijn bezitting, de pastorie te Millingen, hetgeen in een oorkonde zijn neerslag vond.
Copyright Francois Prick van Wely 2005Nu rijst de vraag, waarom er uit oudere bronnen tot nu toe niet meer persoonsnamen boven water kwamen. Dat ligt hoofdzakelijk hieraan, dat in de 1e tot 2e eeuw van het 2e millenium nog geen familienamen bestonden. De binnen de oorkonden optredende getuigen werden in deze tijd alleen met de voornaam aangeduid. Wanneer er achter de voornaam nog een "Wickerode" of iets dergelijks staat, is dat slechts een omschrijving van een bezit of een verwijzing naar een oorsprong. Ene Gerlach bijv. bezit een Wickrath. Wordt zijn bezit uitgebreid, dan verandert hij ook nog vaak van naam. Ergens wordt van allerlei onduidelijk in de nevel van de vergankelijkheid, gedoemd te verdwijnen in het donker van de geschiedenis. Maar af en toe verschijnt een lichtstraal die een gedeelte van de duisternis verheldert. In die gevallen krijgt een bepaalde persoon, ook dankzij toegenomen of verdiepte studie van de dokumenten, duidelijker contouren.
We vinden van 1544 tot circa 1590 weinig materiaal over de Prick's. Dit zal samenhangen met de vele oorlogen in deze streken omstreeks die tijd. Steden en dorpen werden platgebrand (bijv. het stadhuis van de vestingstad Sittard) en vele archieven zijn verloren gegaan. De bewoners hadden zwaar te lijden: Brabanders, Gulikkers, Spanjaarden en Duitse huurlingen golfden in horden over het land. Pest en dysenterie kostten duizenden soldaten en bewoners het leven . Copyright Francois Prick van Wely 2005
Wie we uit deze tijd vinden, is ene Willem Prick, die in de buurt van Nijmegen thuis gebracht moet worden; hij zou uit Kranenburg richting Xanten stammen. Hij droeg samen met zijn zoon Diedrick het leen van Het Hatert in 1560 over aan ene Adolf van Goir. Laatstgenoemde naam komen we ook tegen in verband met de moeder van Hendrik van Bylant, wiens moeder ook een Van Goir was en wel een dochter van Alard van Gohr. Deze Hendrik van Bylant was getrouwd met een kleindochter van Elise Prick van Geisbach. Er bestonden dus familierelaties tussen de Van Goirs en de Pryck van Geisbach´s. We moeten bij onze naspeuringen bedenken, dat familienamen en plaatsnamen vroeger vaak dezelfde oorsprong hadden. Hülchrath, Eschweiler, Hückelhoven, Gohr, waren allemaal plaatsnamen en tevens familienamen. Elise Prick van Geisbach was bijv. getrouwd met Phillip van Horrem; Horrem lag even ten westen van Keulen bij Bergheim. Ook de namen Horst en Bockholtz (voorkomend op een grafsteen), die met de Prick's te maken hebben en Till, getrouwd met Randwyck, waren tevens plaatsnamen.Telman is de naam van een Westfaalse heilige, die evenals de namen Baltasar, Melchior en Caspar, te maken heeft met de Keulse devotie. Caspar heette ook onze oudgrootvader Prick. De naam Prick komt tegenwoordig nog veelvuldig voor in Duitsland en wel in de streek tussen Aken, Trier en Koblenz b.v. in Stolberg en Schevenhütte (tussen Stolberg en Düren). Het woord Prick is ook in het Westfaals dialect nog in gebruik: "Das Mädchen steht prick auf die Beine.." Vrij vertaald: "Dat is een kloeke meid."
In die zin zou dan het woord prick de oorspronkelijke betekenis van het oude stamwoord weergeven: prijken, pronken. Er zit iets stoers in: trots, moed, lef, zelfbewustzijn, ijdelheid, edelmoedigheid en durf, zonder daarbij direkt te denken aan hoogmoed, eerzucht of opschepperij. Eerder een deugd dan een ondeugd dus, kortom: een persoon die er mag zijn. Onbewust leeft deze pronkzucht nog in ons voort. Verdiend of onverdiend dragen we trots deze naam. Had iedereen reden om trots op zijn familie te zijn? Neem bijvoorbeeld een zekere Mechteld Prick geboren te Emmerik, wier zoon Jan Pelgrom de Bie (geb. ca 1611) de eer had de eerste Europeese bewoner van Australië te zijn. In 1629 strandde aan de Australische westkust namelijk de BATAVIA, een schip van de Oost-Indische Compagnie. Er ontstond een muiterij met vele moorden, waar ook de hutjongen Jan Pelgrom aan deelnam. De muiters werden echter gevangen en ter dood veroordeeld. De door zijn straf halfwaanzinnig geworden hutjongen werd vervolgens door de kapitein uit medelijden begin november 1629 op 18-jarige leeftijd aan land gezet. Ook de schepenen Johann Pryck in Aken en zijn broer Konrad waren sujets, die zich niet veel met praten bezighielden; zij sloegen samen, rond 1510, in een schuur te Heerlen een zekere Chyse Kimijst met een dorsvlegel dood.
We noemden net het begrip oudgrootvader. Volgens de literatuur is dat zes generaties terug. Maar bij elke generatie die erbij komt, stijgt natuurlijk elk familielid in de hiërarchie een trapje hoger, met als gevolg, dat men later niet meer weet over wie men het eigenlijk heeft gehad. Dit houdt in, dat we de tot nu toe als oudst bekende voorvader in de genealogische lijn, Baltasar Prick, getrouwd met Catharina Corvers uit Heerlen, als stamvader zouden moeten vastleggen. Vanaf zijn achter-achterkleinzoon Gaardus Prick, getr. met Maria Gilissen, kunnen we de meeste Prick's tot op de huidige dag volgen. Van de drie generaties ertussen, kunnen we van de afstammelingen tot heden weinig terugvinden. De juiste volgorde van de voorvaderen is: vader, grootvader, overgrootvader, betovergrootvader, oudvader, oudgrootvader (bijv. Casparus), oudovergrootvader, oudbetovergrootvader en stamvader (Baltasar). Deze Caspar is oudgrootvader, maar we zullen de afstammelingen van zijn zeven zonen onveranderd met stam I tot en met VII betitelen. Overigens hebben de wetenschappelijke genealogen nog meer benamingen vastgelegd, zoals edel- en hoogvader. Rekenen we bijv. 36 jaar per generatie, dan zou in 1320 onze edelvader (zo ten tijde van de roofridders) geleefd moeten hebben. Onze aartsvader leefde ongeveer 2000 v.Chr, zeer passend ten tijde van Abraham! Voor het geval dat we onze hoogvaders niet uit elkaar zouden kunnen houden, rekenen genealogen tot zelfs aan het einde der ijstijden ca. 14.000 v.Chr terug!Copyright Francois Prick van Wely 2005
We moeten dus Baltasar als onze stamvader houden, op de 22e okt. 1589 getrouwd met Catharina Corvers. Van hem weten we geen precieze geboortedatum, misschien 1565. Stamde hij van een Van Schaesberg af? Of was zijn grootvader Johann Pryck van Geisbach; we weten het niet. Eén van hun kinderen, Leonardus, gedoopt op 1 juli 1607 had als dooppeter een zekere Leonardus op den Anstel, de naam van de beek die door Kerkrade loopt. Wanneer we ons een beeld willen vormen van deze tijd dan moeten we denken aan de opstand in 1565 van de protestantse Nederlanden onder Willem van Oranje tegen SpanjeDe naam 'Pricken' bestaat veelvuldig en wordt wel in verband gebracht met de mijnen van Prick. Ook wordt een Pricken ca. 1573 (Archief Heerlen) in verband met het Krijn Bisschopleen genoemd. Maar er bestaan nog veel meer varianten: Prieck, Preck, Precken, Pric/Prix (USA), Preckents, Preckertsz, Preik, Prichti (Finland), Priackerts en Prickartz. En in Melen, België (bisdom Luik) komen aanverwante namen Pricqz, Prik, Prich en Prixh - om maar enige te noemen - sinds de 17e eeuw veelvuldig voor.
Een broer van Baltasars achterkleinzoon Casparus was een Paulus Pricken; hij trouwde op 8 februari 1687 met Maria Groenenschildt. We vinden zijn naam op een rekening uit 1702 voor het halen van blauwe Naamse stenen in Hannuyt. Deze stenen waren bestemd voor de vloer in een kerk, gebouwd in opdracht van Frederik Sigismund Theodoor, graaf van Schaesberg, Heer te Kriekenbeek. De nazaten van deze Paulus Pricken, en ook van een broer van hem, Hendricus, zijn in Heerlen gebleven, terwijl Casparus de eerste Prick was, die naar St. Pieter, ten oosten van de Jeker, emigreerde. Hij werd te Maastricht in het gardeniersambacht op 20 mei 1695 opgenomen en stierf in het "huis met de vier torentjes", gemeente Wilre, ten westen van de Jeker. Overigens vonden we uit dezelfde tijd in de Johanniter kathedraal te Valletta, de hoofdstad van Malta, een prachtige grafsteen van Johannes Sigmundi Schaesberg, met het volgende opschrift:
D.O.M. 1718
Jo Sigmundi S.R.I. COMITIS A Schaesberg Bajulivi Commendatoris Steinjlrt. et monasteriensis exuvie qui postquam an: 1682 Sacre militle nomen dedit cohortis germanorum sub centurio ...................... ultima dies fuit XXI Sept |
Het Schaesberger wapen op deze grafsteen, tevens het wapen van de tegenwoordige gemeente, toont li boven en re onder: op witte achtergrond een grijs M-vormig kasteel-symbool met daaronder drie rode ballen (eerst twee, dan één daaronder) en re boven en li onder: twee rode hertengewijen op een gele achtergrond. Deze ridder van de Duitse Orde was een zoon van Frederik Arnold van Schaesberg († 1667) en van Isabella Margaretha van Bernsau. 1) Dat deze Johann Sigmund op Malta begraven ligt, is voor de Schaesberger historici mogelijk een nieuw gegeven. Copyright Francois Prick van Wely 2005
Tussen de stamvader Prick en de eerste Prick, bekend uit de geschiedenis van de Zuid-Limburgse mijnen, liggen enkele eeuwen. In de buurt van Bergheim kochten de Prick´s een ´vloer´ en begonnen een ´kouhl´, een kolenontginning. Zo kan men veronderstellen, dat onze familienaam in een plaatsnaam (bijv. het genoemde "Prickscheyt") zijn oorsprong vond of in een beroep, zoals het afbreken van kolen met een prickel. Het laatste is, gezien het feit dat de naam al voor de eerste kolenontginningen voorkomt, zeer onwaarschijnlijk. De eerste steenkolenontginning in deze contreien was de "Prickkoal". Hieruit ontstond later de mijn NEU-PRICK, de derde mijn in successie. Verder herinnert nog de Pricksteenweg in Kerkrade, de 3 Vogelstraat en de naam van een café in Spekhozerheide aan de familie.Een Dr. Knippenberg oppert, dat onze naam waarschijnlijk in verband staat met de plaatsnaam Park, vroeger voorkomend te Kesteren en te Echt, maar dat schijnt toch op grond van onze onderzoekingen een niet waar te maken veronderstelling. Moeten we onze voorvaderen uit die tijd in Spanje zoeken, wat gezegd wordt? Komen daar de gitzwarte glinsterende haren van de grootmoeder van Machiels achter het vleeshuis vandaan? Of de haren van de oude moeder van de Bollen van de Kersenmarkt, van de vrouw van de oude Ramaekers met zijn leerhandel? Wie zal het uitzoeken?Copyright Francois Prick van Wely 2005
Sinds de eerste familiestudies was de fabel al bekend, dat de Prick's afstammelingen zouden zijn van de Spaanse of Portugeese joden Priqueiro of Pricqos. Ook de neuzen zouden de joodse origine aantonen, maar nu bewijzen neuzen natuurlijk niets. Oom Mathieu en zijn zonen Harrie en Willie hadden erge neuzen. Zou het vinden van een joodse voorvader, die zich tot het protestantisme bekeerd zou hebben en later om opportunistische redenen tot het katholicisme zou zijn overgegaan, het resultaat van onze onderzoekingen zijn? De naam Prick komt al voor in de 14e eeuw en toen was er nog geen sprake van protestantisme. De door Prof. Prick (de Nijmeegse neuroloog) in opdracht gegeven recherche aan Delhougne in Roermond, heeft dan ook niet zoiets dergelijks opgeleverd. We kunnen de veronderstelling dat de Prick's van Spaanse joden afstammen wel als een fabel beschouwen.Ook wordt nog vermeld, dat het Latijnse woord voor prick 'murenula' is, een klein puntig visje, die men als levende visprooi gebruikt. Dit maakt ons natuurlijk ook geen steek wijzer. We kunnen ons dus het beste bij de betekenis 'prijk' neerleggen, in de hoop, dat onze oorspronkelijke naamgevers het passende gekozen hebben.
1. Uit "Het Kasteel en zijn bewoners" - IV.Copyright © Francois Prick van Wely 2005. Jede Veröffentlichung, auch teilweise, gleich mit welchem Medium, ist ohne schriftliche Genehmigung des Autors nicht erlaubt. Nadruk verboden.